Door: Ardi Pierik (Columnist, op persoonlijke titel)
Minister Van Engelshoven haalde recent het nieuws met een vrij on-engelachtige identiteitspolitiek: kinderspeelgoed dat genderrollen bevestigt, zou moreel gezien uit de schappen van Nederlandse winkels moeten verdwijnen. We mogen kinderen immers geen rol opdringen waar zij niet zelf voor gekozen hebben, zéker niet als het om gender gaat. Je zult als meisje eens eindigen als huisvrouw, als iemand die bereid is om offers te brengen voor het functioneren van het gezin. Onaanvaardbaar, want gij zult allen egoïstisch zijn, aldus de minister.
De bezwaren gaan
echter dieper, en dat op meerdere manieren. Ten eerste is dit een nieuwe stap
richting een verslindend zwart gat, dat alle energie uit ons trekt. Het begon
met het ‘recht’ op abortus, met euthanasie. Het ging verder met een
homohuwelijk, met transgenderbehandelingen. Inmiddels zijn we in het stadium
aanbeland waarin kinderspeelgoed het moet ontgelden. Kinderen zijn het
slachtoffer van politiek geworden. En we vinden het nog normaal ook… Wat dit
heel duidelijk toont, is dat deze identiteitspolitiek niet zal ophouden. Altijd
zullen er weer nieuwe dingen irritaties oproepen. Elke keer weer moet de
zuurtegraad in het land omhoog, alsof onze tenen nog niet lang genoeg waren.
Ruzie en polarisatie nemen daarom hand over hand toe. Polarisatie is de schuld
van Fortuyn, Wilders en Baudet? Eerder van de engeltjes van links….
Ten tweede mist de
minister het hele idee van kind zijn. Elke ouder die een kind tussen de nul en
de twee jaar heeft, kan vertellen hoeveel zij voor hun kind moeten doen. Ze
hebben het kind gevoelens en emoties moeten leren, door ertegen te praten. Dit
bleek cruciaal: baby’s die niet op deze manier bespeeld werden, stierven in
wetenschappelijke studies significant eerder… Ouderlijke zorg en beïnvloeding
zijn dus niet slecht voor het kind, maar juist goed. Ouders spelen een rol in
het leven van hun kind: denk aan de ‘sterke pappa’-figuur, denk aan het nadoen
van de ouders. Juist speelgoed biedt een kind deze mogelijkheid. Het idee dat
een kind dit al zelf zou kunnen doorgronden, gaat daarom in tegen de
natuurlijke scheppingsorde, die door God in de wereld is gelegd.
En juist hierom gaat het: mensen zijn niet vrij van keuzes of moraal van anderen. Een volledig zelfgekozen identiteit is een onmogelijkheid. Het is ook niet nodig: de diepste identiteit die een mens heeft, ligt in het dienen van God, in het geloof. Daarom hoeven we niet zo te focussen op wie wij zelf zijn. We hoeven ons, in tegenstelling tot de identiteitspredikers, niet gigantisch druk te maken over deze dingen. Al zou er alleen maar feministisch speelgoed verkocht worden, al zou het christendom steeds meer naar de marge verdwijnen, Jezus leeft!